Aart Dekkers

Ik ben geboren en getogen in het mooie Noord-Hollandse Hoorn. Op het moment van schrijven (april 2021) ben ik 60 jaar. Sinds 4 jaar woon ik in Purmerend samen met Marja en 2 katten. In het dagelijks leven ben ik registeraccountant. Na een jarenlange carrière bij o.a Deloitte, ben ik in 2002 volledig voor mijzelf begonnen. Ik werk voornamelijk voor het kleinbedrijf met boekhoudkundige ondersteuning, adviezen en belastingaangiften.

Mijn eerste echte ‘schelpencontact’ was op 6-jarige leeftijd, in Zeeland, met o.a. purperslakken.  In Noord-Holland was er toen echt niets te vinden op het strand; je was al blij met een paar losse kleppen van ‘zaagjes’. In Zeeland ben ik besmet geraakt met het Schelpenvirus. In mijn tienerjaren werd mijn verzameling aangevuld tijdens de familievakanties aan zee, in Bretagne. De enige literatuur die ik toen had waren de 2 boeken van Nordsieck die ik voor ziek-veel geld besteld had bij de plaatselijk boekhandel.

In 2000 ben ik lid geworden van de NMV en was ik op de schelpenverkoopdagen bij Bob Entrop in Scheveningen te vinden. Pas toen ben ik daadwerkelijk gaan verzamelen en kwam er ook tropisch materiaal mee naar huis. Daarvoor had ik alleen zelf verzamelde Europese schelpen. Ongeveer in die tijd kwamen de mandjes met schelpen de tuincentra binnen gewandeld en daarin bleken heel aardige freaks van Strombidae te zitten. Dat was de start van mijn Strombidae verzameling, van inmiddels meer dan 4.000 lots ….

Nog later ben ik ook gestart met verzamelen via ebay.com. Dat leverde een jarenlange vriendschap op met Manfred Herrmann uit Duistland (gezamenlijke interesse: Mitridae en Costellariidae) en van hem kreeg de welbekende Strombidae-monografie van Abbott uit 1960, mijn geboortejaar. Dat was ook een mijlpaal in mijn verzamelleven.

Weer enige tijd later haalde NMV-lid Ronald Seitzinger mij in het museum te Scheveningen (nog aan de kade) over om eens te komen kijken op een Kreukel-avond. Op naar Amsterdam …. en lid geworden. Veel gepraat met NMV-lid Henk Dekker en uiteindelijk is hij ook mijn leermeester geworden voor het maken van artikelen over schelpen. Want mijn vingers jeukten om te starten ….. ik zag zo veel  dat naar mijn mening niet klopte in Abbott.

Mijn eerste publicatie was in 2007 in Gloria Maris. Toen werkte ik al aan een revisie van de Strombidae. De eerste 2 delen zijn gepubliceerd in De Kreukel. Hierin zijn 3 nieuwe genera in beschreven. Na veel kritiek (omdat een clubblad geen plaats zou zijn voor nieuwe beschrijvingen) ben ik een tijdlang gestopt met schrijven. Maar ik ben opnieuw gestart, en de teller staat momenteel op meer dan 50 artikelen. Inmiddels ben ik (vaak samen met Stephen Maxwell uit Australië) opnieuw begonnen met het reviseren van de Strombidae, in een hoog tempo. We hebben inmiddels veel soorten en genera beschreven.

De beurzen van Antwerpen en Parijs staan bij Marja en mij steevast op de kalender. Het zijn jaarlijkse uitjes die, samen met andere NMV-leden, eigenlijk niet overgeslagen kunnen worden. Ik ben ook een trouwe bezoeker van de maandelijkse NMV-zaterdagen in Naturalis, met na afloop gezellig borrelen of wat eten.

Zelf verzamel ik graag in Europa en op de Canarische Eilanden. Verder verzamel ik vooral ‘onbeschreven’ soorten en schelpen zonder duidelijke identificatie uit de Indo-Pacific. Daarnaast probeer ik van veel soorten, en met name van Strombidae, exemplaren van zoveel mogelijke locaties te krijgen om de variatie te kunnen bestuderen. Het verzamelen is dus meer een studie geworden: van zoveel mogelijk locaties, downloaden van artikelen, lezen, vergelijken, detective spelen, ontdekken. Er is nog zo ongelooflijk veel te onderzoeken en te beschrijven of soorten uit synoniemie te halen. Niet alleen in Strombidae of Mitridae en Costellariidae, maar in alle families. Dat hoop ik ook nog lang te kunnen doen. Mijn tip is vooral: beter kijken!

Ik ben eerder al 6 jaar NMV-bestuurslid geweest, waarvan 5 jaar penningmeester. Ik ben toen gaan administreren in het boekhoudpakket dat ik ook zakelijk gebruik en ook nu wordt daarin nog (‘’in de cloud’’) gewerkt, zodat ik af en toe al behulpzaam kon zijn met boekhoudkundige knelpunten en met de jaarafsluiting.